Verlichting zorgt maar liefst voor circa 40% van het energieverbruik van een gebouw. Door hier efficiënter mee om te gaan, kunt u veel besparen!
Voor gebruikers van Eleqtron lichtsturingen en aanwezigheidsmelders zijn er de volgende mogelijkheden om nog energiezuiniger en efficiënter te werken:
- U kunt heel eenvoudig besparen door de verlichting te dimmen op basis van daglicht. Dit kan al met de stand alone aanwezigheidsmelders met geïntegreerde daglichtmeting. Door voor 10% te dimmen bespaart u al gauw 20% op het energieverbruik!
- Het automatisch in-/uitschakelen van de centrale verlichting kunt u doorgaans eenvoudig en goedkoop realiseren met de alarmcentrale. Dat kan door het koppelen van de centrale aan de lichtsturing.
- Benut nog meer de voordelen van Qneqt aanwezigheidsmelders. De aanwezigheidsmelders type PRM zijn bijvoorbeeld op basis van de gemeten lichtsterkte instelbaar op een drempelwaarde. De melder schakelt dan bij overschrijding van de drempelwaarde (zonnig/helder weer) de verlichting uit. Dat werkt nog energiezuiniger! Met het instellen van de detectiegevoeligheid kan de gevoeligheid van de melder gewijzigd worden.
Hoge detectiegevoeligheid betekent snel inschakelen, bij de geringste beweging. Bij een lage gevoeligheid is weer veel beweging noodzakelijk voor het activeren van de melder.
Verlichting kan sneller uitgaan bij inactiviteit binnen de ruimte, door de timeout setting van de aanwezigheidsmelder te verlagen. Let op, het aantal schakelmomenten wordt dan meer! - Bij de verlichting in een parkeergarage kunt u stevig op de energiekosten besparen, door ‘slim’ te schakelen. Voor de meest efficiënte sturing dienen de armaturen om en om ‘uitbedraad’ te zijn, verdeeld over verschillende strengen. Indien dit het geval is, kan een 50% – 50% sturing ingesteld worden op even en oneven dagen. Vervolgens kunnen per sectie (aanstuuradres) de contacten worden ingeschakeld en geblokkeerd zodat deze niet ‘meeluisteren’ naar een kloksturing tijdens onderhoud en/of evenementen.
- Het ongewenst aangaan van verlichting, in combinatie met aanwezigheidsmelders van het type PIR (Passief Infrarood Detectie), kunt u eenvoudig vermijden. Deze melders werken op basis van warmteverplaatsing. Een storing kan bijvoorbeeld ontstaan als de afstand tussen de melder en een ventilatierooster niet voldoende is. Bij een minimale toelaat van de roosters kan convectiestroming ontstaan waardoor de melders onnodig geactiveerd worden. Wij adviseren u om de afstand tussen de melder en het ventilatierooster te vergroten. Overige ‘warmteopwekkers’ zoals losse verwarmingselementen, niet goed gesloten ramen, kopieermachines, scanners en dergelijke kunnen dezelfde storing veroorzaken. Het anders positioneren van deze apparatuur verhelpt waarschijnlijk de storing verhelpen.
Als u hierover vragen heeft, neem dan contact met ons op.
Nuttige links voor energiezuinig werken: